Ministers scharen zich achter 'Demmink-brief'

28-11-2012

Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans en Ivo Opstelten, minister van Justitie, staan achter de brief die de Nederlandse ambassadeur Bekink in Washington op 17 augustus aan het Amerikaanse congres heeft geschreven. Dat blijkt vandaag uit hun antwoord op de Kamervragen, gesteld door de CDA'ers Omtzigt en Oskam. In de brief schrijft Bekink dat de aantijgingen van pedofilie aan het adres van Joris Demmink, de voormalige secretaris-generaal van Justitie, "diepgaand" ('thoroughly') zijn onderzocht door het Openbaar Ministerie. De ministers zeggen de inhoud en de ministeriële verantwoordelijkheid voor het schrijven van de ambassadeur volledig te aanvaarden. Opmerkelijk, want op de brief valt nogal wat af te dingen.

'Geen bijzondere opsporingsbevoegdheden'
Met name de 'diepgaandheid' van het onderzoek staat ernstig ter discussie. De term "diepgaand onderzoek" die de vragenstellers hanteren wordt door de antwoordende ministers vermeden. Er zou in 2007 en 2011 weliswaar "onderzoek" zijn gedaan, maar: "De juridische vorm van beide onderzoeken was die van een zogenaamd oriënterend feitenonderzoek." "Bij een dergelijk onderzoek kunnen door de rijksrecherche en door het openbaar ministerie personen worden gehoord en kan er feitelijk onderzoek worden verricht, maar", zo geven beide ministers toe, "daarbij worden geen bijzondere opsporingsbevoegdheden ingezet." Daarvoor is volgens artikel 27 Wetboek van Strafvordering "een uit feiten en omstandigheden voortvloeiend redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit" nodig. Dit nu, volgens beide ministers "was naar het oordeel van het openbaar ministerie niet het geval." De baas van het openbaar ministerie was natuurlijk... Demmink zelf.

Kwalijke misleiding
Katholiek Nieuwsblad trekt uit het antwoord de -inderdaad onvermijdelijke- conclusie dat de ministers kennelijk akkoord gaan dat een oriënterend feitenonderzoek naar buiten toe – in dit geval naar het Amerikaans congres, dat een hoorzitting over Demmink hield waarin ernstig belastende verklaringen werden opgetekend - verkocht is als een "diepgaand" onderzoek. Dit wekt de suggestie dat de zaak tot de bodem is uitgezocht. Katholiek Nieuwsblad noemt dit "de eerste, behoorlijk kwalijke misleiding in de brief van de ambassadeur."

Een tweede pijnpunt is dat de beide ministers bevestigen dat de ambassadeur heeft geschreven dat het OM heeft "vastgesteld" dat Demmink niet in Turkije was in de periode, waarin hij zich in dat land schuldig gemaakt zou hebben aan kindermisbruik. Tegelijk erkennen zij dat het OM slechts diens aanwezigheid daar in het kader van een oriënterend feitenonderzoek niet heeft kunnen vaststellen. Er is dus niet vastgesteld dat hij er niét was, er is niet vastgesteld dat hij er wél was! Een groot verschil. "Niettemin heeft het OM reeds op grond van die oppervlakkige bevinding (immers "zonder bijzondere opsporingsbevoegdheden" tot stand gekomen) afgezien van strafrechtelijk onderzoek," aldus Katholiek Nieuwsblad, dat al eerder constateerde dat de gewraakte brief van ambassadeur Bekink dus een dubbele misleiding bevat. "De termen daarvan zijn nu ministerieel uitdrukkelijk erkend. Nu de conclusie van misleiding zelf nog," aldus Katholiek Nieuwsblad.

‹‹ Naar het overzicht

Reageer