Turkse kranten presenteren 'Smoking gun': "Demmink arriveerde 20 juli 1996 in Turkije"

17-07-2013

De Turkse kranten stonden er vol van vorige week. Foto's van Joris Demmink met als kop " Tecavüzde kan donduran iddia", ofwel "Aangifte van een bloedstollende verkrachting" zoals Gerçek Gündem het noemde. Soortgelijke berichten verschenen in o.a. Ikinci Cumhuriyet en Taraf. Wat een snelle ruwe vertaling met Google Translate al deed vermoeden blijkt inmiddels uit de vertaling van een 'native speaker' die Klokkenluideronline heeft gepubliceerd. Er staat namelijk dat Demmink in 1996, ondanks de ontkenningen van zijn advocaat Harro Knijff (op kosten van de belastingbetaler) wel degelijk in Turkijke is geweest. Een explosieve ontdekking, een 'smoking gun', in het onderzoek naar de verkrachting van twee Turkse jongetjes van toentertijd elf en twaalf jaar oud.

In de vertaling van het artikel in Gerçek Gündem staat: "Demmink heeft in de Nederlandse media de beschuldiging [van deze verkrachtingen, red.] weerlegd door te beweren dat hij na 1987 niet meer in Turkije is geweest. Justitie heeft na onderzoek echter kunnen vaststellen dat hij Turkije op 20 juli 1996 is binnengekomen. Echter, het dossier is gesloten wegens ‘verjaring van de feiten’. Naar aanleiding van de aangiftes tegen de SG wegens verkrachting van minderjarige jongens is vorig jaar opnieuw een onderzoek opgestart, vooral naar aanleiding van de bevindingen dat Demmink in 1996 wel degelijk Turkije is binnengegaan. Maar ook dit onderzoek is gestuit op de ‘verjaring’. Justitie verklaart: 'In het dossier van verdachte Demmink zit een registratieformulier dat hij op 20 juli 1996 Turkije is binnengegaan en dat hij Turkije in 1996 ook weer heeft verlaten. Dit wordt nog eens bevestigd door meerdere getuigen. Wet 765 van de Turkse grondwet -meer specifiek de artikelen 417/1 en 102/3- bepaalt dat de feiten per juli 2006 zijn verjaard.' In het ‘verjaarde’ strafdossier van Demmink blijken ook de volgende vier personen als verdachte te worden benoemd: politie-hoofdcommissaris Mehmet Agar, zijn assistent Mehmet Emin Aslan, narcotica-inspecteur Ferruh Tankus en de hoofdcommissaris Hudai Sayin.

Tong ingesneden met scheermes
Uit het artikel blijkt ook bevestiging van het feit dat er met geweld wordt geprobeerd om slachtoffers en getuigen door bedreiging, intimidatie en mishandeling het zwijgen op te leggen. "Na deze beslissing van Justitie [om het dossier verjaard te verklaren] heeft advocaat Eren Keskin nieuwe aangiftes gedaan bij Justitie. In deze aangiftes staat dat Demmink in 1996 en 1998 wel degelijk in Turkije is geweest en dat dit ook wordt bevestigd in het dossier met het nummer 2013/17915. In zijn aangifte stelt Keskin dat de Turkse advocaat van Baybasin, Berzan Ekinci, heeft gesproken met de verkrachte kinderen. De verkrachte kinderen zijn naar zijn kantoor gekomen en daar heeft hij ze persoonlijk gehoord. Tijdens de verklaring van de verkrachte MY raakte Ekinci overstuur, zeker toen bleek dat in opdracht van verdachte Aslan meerdere mensen op hem zijn afgestuurd en zijn tong hebben ingesneden met een scheermes.

In de aangifte van Keskin wordt gesteld dat de verdachten Joris Demmink en Mehmet Agar moeten worden vervolgd voor "misdaden tegen de menselijkheid, het creëren van een criminele organisatie en ambtelijk machtsmisbruik." Ook Hüseyin Baybasin, die in Zoetermeer een levenslange gevangenisstraf uitzit, wordt in het artikel genoemd. Deze heeft twee jaar geleden aan Taraf een verklaring afgelegd inzake het Demmink-schandaal: "Ik ben veroordeeld wegens drugssmokkel waarbij de verkrachtingszaak van Demmink als drukmiddel is gebruikt. Kinderen werden door de politie naar de hotelkamer van Demmink gebracht hetgeen op video is opgenomen. Het beeldmateriaal is door de destijds verantwoordelijke functionarissen gebruikt als chantagemiddel. Demmink heeft zijn macht als topambtenaar misbruikt om mij levenslang achter de tralies op te bergen. De bewijzen in mijn zaak zijn vanuit Turkije naar Nederland gestuurd en het dossier werd zo gecompleteerd."

Misdaden door hoge Nederlandse functionarissen
Advocaat Keskin zegt in het artikel: "Deze misdaden zijn gepleegd door hoge Nederlandse functionarissen die daarbij werden geholpen door Turkse ambtenaren. Dat is een gigantisch schandaal. Dat het onderzoek hiernaar nooit echt op gang gekomen is, is een enorme verkrachting van het recht. Nu is het tijd dit serieus te gaan aanpakken."

In Nederland wijst alles erop dat de Staat probeert belastend materiaal achter te houden, zoals recent is gebleken bij de WOB-verzoeken van Stichting De Roestige Spijker. GeenStijl.nl suggereerde kort geleden zelfs dat Demmink wel eens een van de 12 zaken zou kunnen zijn waar geen vervolging plaatsvindt wegens Staatsbelang.

Ook in Turkije spelen er machten om de boel in de doofpot te houden, aldus Keskin: "In de rechtbank te Istanbul bevindt zich een dossier over deze zaak waarin zich allerlei documenten bevinden. Ondanks het feit dat dit dossier niet is gelabeld als geheim werd het niet ter inzage afgegeven. Zelfs toen ik andere wegen ging bewandelen, buiten de wet om, om inzage te krijgen werd dat verhinderd door officieren van justitie. De inhoud van dat dossier is van essentieel belang."

‹‹ Naar het overzicht

Reageer


 
Volg de Demminkdoofpot via RSS

De laatste Demmink tweets