NRC stelt nu de vragen... die Jan Poot in 2010 al stelde

24-03-2014

Het getuigenverhoor van oud-CID-rechercheur Klaas Langendoen leverde volgens een aantal journalisten weinig nieuws op. En inderdaad, de verklaringen die Langendoen heeft opgetekend van twee Turkse slachtoffers die als minderjarigen door Demmink zeggen te zijn misbruikt, zijn niet nieuw. Met diezelfde gedetailleerde beschrijvingen van wat zij hebben meegemaakt hebben de slachtoffers sinds 2008 tevergeefs geprobeerd hun aangifte in behandeling genomen te krijgen. Dat is pas onlangs gelukt, omdat het Gerechtshof Arnhem het Openbaar Ministerie heeft gedwongen strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Ook dat Turkije de justitietop chanteerde met bewijs tegen Demmink is al veel langer bekend. En de berichten over intimidatie en bedreiging van de slachtoffers en een journalist in Turkije zijn evenmin nieuw.

Het belangrijkste nieuws is dus eigenlijk dat het ronduit onbestaanbaar is, dat de al zo lang aanhoudende verdenkingen nóóit eerder tot vervolging of enige andere consequentie voor Demmink, zelfs niet tot serieus onderzoek hebben geleid. Zoals het NRC zich in het redactioneel commentaar van vandaag afvraagt: “Hoe kon Demmink, nadat hij wel was genoemd bij het Rolodex-onderzoek toch bevorderd worden – van directeur-generaal tot secretaris-generaal? Kwam er niemand op de gedachte een minder veelbesproken kandidaat te zoeken?”

Goede, terechte vragen van de NRC-redactie. Hooguit een paar jaar te laat gesteld. Sommige media hebben er recent vraagtekens bij geplaatst dat ondernemer Jan Poot (89) zoveel energie en geld heeft gestoken in de Demmink-affaire. Stuk voor stuk hebben ze echter al die tijd genegeerd wat Poot opgehelderd wilde krijgen met zijn boek De Demmink Doofpot (2010):

1. Hoe is het mogelijk dat zijn voorganger Donner deze s-g in 2002 benoemd heeft, terwijl Demmink toen al jaren in opspraak was? 
2. Hoe is het mogelijk dat Hirsch Ballin Demmink tot op heden gehandhaafd heeft ondanks diverse aangiften en een stroom van negatieve publiciteit in het NOS Journaal, Een Vandaag, Netwerk en andere media?

De eerste vraag is niet alleen létterlijk dezelfde die NRC vandaag stelt. Poot stelde de vragen nota bene IN het NRC, in een advertentie met Open Brief aan toenmalig minister Hirsch Ballin. Belangrijker is misschien nog wel: Poot heeft in De Demmink Doofpot niét beweerd dat Demmink pedofiel is, maar alléén gesteld dat iemand die hiervan verdacht wordt onmogelijk op zo’n cruciale post benoemd kan worden. Net als nu het NRC, heeft Jan Poot zich kwaad gemaakt over de laconieke stelligheid waarmee Demmink al die jaren uit de wind is gehouden.

”Van alle geruchten en aantijgingen is geen begin van bewijs gevonden. De affaire-Demmink was niks, is niks en zal nooit wat worden. Dat was (en is) de houding die opeenvolgende ministers van Justitie aannamen in de stroom geruchten over de toenmalige topman van hun ministerie,” stelt NRC vast: “Meer in het bijzonder liet minister Opstelten weten dat ook in het zogeheten Rolodex-onderzoek, eind jaren 90, naar mogelijk kindermisbruik door hoge ambtenaren, de naam van Demmink ‘op geen enkele manier’ is voorgekomen. Dat kan de minister na dit weekend niet meer volhouden, althans niet op deze categorische manier. Demmink wist in ieder geval zélf dat er destijds ook over hem belastende informatie is gemeld bij ‘Rolodex’.”

Hiermee wordt verwezen naar de recente interviews met oud-PG Ficq (Volkskrant) en oud-HOvJ Vrakking (NRC): “Vrakking vertelde te zijn gebeld door de toenmalige secretaris-generaal van Justitie, Borghouts, met de pertinente vraag of en zo ja waarom er onderzoek naar Demmink werd gedaan. Ficq bleek van dat feit een aantekening te hebben bewaard. Borghouts was getipt, nota bene door Demmink zelf. De SG riep dus de onderzoeksleider van het Openbaar Ministerie ter verantwoording, wat al vrij ongehoord is. Een dag later bleek het Rolodex-onderzoek ‘stuk’: locaties voor huiszoekingen bleken schoongeveegd, getapte telefoonlijnen zwegen.”

De verdedigingslinie van de minister, mede namens zijn voorgangers, begint zwakke plekken te vertonen, concludeert NRC. “De minister moet dieper graven, intern kritischer vragen stellen en met betere verklaringen komen. Als die er zijn, tenminste. NRC doelt op Opstelten, Poot riep hiertoe al op toen Hirsch Ballin nog minister was. Die deed er het zwijgen toe.

‹‹ Naar het overzicht

Reageer