Turkse aanklager: Demmink was in 1996 in ons land

27-09-2013

"Het OM heeft een onderzoek ingesteld naar de ex-topambtenaar van Veiligheid en Justitie, Joris Demmink. Het onderzoek richt zich op een brief van het Turkse Openbaar Ministerie, waarin staat dat Demmink 'op 20 juli 1996 Turkije is in gereisd'. De kwestie ligt uitermate gevoelig, omdat Demmink ervan wordt beschuldigd die maand een minderjarige Turkse jongen te hebben misbruikt. Zelf houdt hij vol sinds 1987 niet meer in Turkije te zijn geweest. Die verklaring is altijd overgenomen door de Nederlandse regering." Dat meldt het AD in haar editie van vrijdag 27 september. Het artikel is van de hand van Koen Voskuil, die in oktober vorig jaar ook onthullingen deed over de contacten van Demmink met jongenspooier Dick Willard.

Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft een verificatieverzoek aan Turkije gestuurd. "De Turkse autoriteiten hebben het bestaan van het document bevestigd," zegt de woordvoerder van minister Ivo Opstelten. Op de inhoud van het document wilden de Turkse autoriteiten volgens justitie geen toelichting geven, omdat de brief deel uitmaakt van een lopende juridische procedure.

Onderzoeksdossier
In de brief stelt het Turkse OM dat 'uit in- en uitreisgegevens uit het onderzoeksdossier (is) gebleken dat de verdachte Joris op 20/07/1996 Turkije is ingereisd.' Het Openbaar Ministerie in Nederland heeft naar aanleiding van deze informatie een nieuw onderzoek ingesteld, meldt woordvoerder Thea Tjeerdema van het Ressorts-parket. Vorig jaar besloot het OM na een oriënterend feitenonderzoek dat er onvoldoende bewijs was om Demmink te vervolgen in de vermeende Turkse misbruikzaak. "Ten tijde van die beslissing was deze informatie ons nog niet bekend," zegt Tjeerdema. Het OM zegt contact te gaan opnemen met de Turkse autoriteiten. De bewuste brief is een beslissing van de Turkse openbaar aanklager om de toenmalige secretaris-generaal van het Nederlandse ministerie van Justitie en vier Turkse oud-ambtenaren niet te vervolgen voor vermeend kindermisbruik en ambtsmisbruik. De reden daarvoor is dat de zaak volgens het Turkse recht na 10 jaar is verjaard, zo schrijft aanklager Selim Bema Altay op 22 april 2013. De beslissing volgt op een aangifte die op 9 juli 2012 in de Turkse stad Diyarbakir is gedaan.

Demmink zegt al jaren bij monde van zijn advocaat Harro Knijff dat hij sinds 1987 niet meer in Turkije is geweest en deze misdrijven dus onmogelijk kan hebben gepleegd. Oud-minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin heeft deze verklaring in 2007 bevestigd in antwoord op Kamervragen van onder meer toenmalig Tweede Kamerlid Fred Teeven, nu staatssecretaris van Justitie.

Een kopie van het document waarin het Turkse OM het tegendeel stelt, is in het bezit van het AD. Harro Knijff, advocaat van Joris Demmink, zegt het Turkse document te hebben gezien. Hij herhaalde gisteren echter de eerdere ontkenning: "Mijn cliënt is in de jaren '90 niet in Turkije geweest. Ik volsta, zeker zo kort voor het proces, met die mededeling."

In een brief aan Amerikaanse congresleden die om opheldering vroegen in deze zaak, schrijft de Nederlandse ambassadeur Rudolf Bekink op 17 augustus 2012 dat het onderzoek heeft uitgewezen dat ,'Mr. Demmink niet in Turkije was in de bewuste periode.'

Het Turkse document is in een procedure rond Joris Demmink als bewijsstuk ingebracht. Stichting De Roestige Spijker doet vandaag een beroep op dit document. De stichting zegt tegen doofpotaffaires te strijden en wil getuigen horen in een aanhangig te maken zaak tegen Demmink.

‹‹ Naar het overzicht

Reageer